Onze monumentale boerderij stamt uit 1637 en is het 6e erve van de 7 erven van het oude klooster in Ter Apel.
Nadat Westerwolde in 1593 door de Spanjaarden was heroverd kwamen de bezittingen van het klooster weer in eigen beheer. Tot aan 1614 viel het beheer onder prior Johannes Emmen. Na zijn overlijden werd het beheer overgenomen door Hermannus Meijer. Hierin werd hij bijgestaan door enkele kloosterbroeders.Echter het werk wat het beheren van een grote veestapel en uitgestrekte landerijen met zich meebracht was te veel voor Meijer en de kloosterbroeders. Hierop werd in mei 1637 door het stadsbestuur van de stad Groningen het besluit genomen om de bezittingen van het klooster te verdelen in 7 erven. Van deze erven werden er 6 bij openbare uitmijning in erfpacht uitgegeven.Op de 6e erve mocht men volgens de erfpacht overeenkomst, 14 ossen, 4 oude en 2 jonge paarden en 30 jonge dieren weiden, achter het schot. Hier heeft de boerderij dan ook zijn naam aan te danken.
Nadat Westerwolde in 1593 door de Spanjaarden was heroverd kwamen de bezittingen van het klooster weer in eigen beheer. Tot aan 1614 viel het beheer onder prior Johannes Emmen. Na zijn overlijden werd het beheer overgenomen door Hermannus Meijer. Hierin werd hij bijgestaan door enkele kloosterbroeders.Echter het werk wat het beheren van een grote veestapel en uitgestrekte landerijen met zich meebracht was te veel voor Meijer en de kloosterbroeders. Hierop werd in mei 1637 door het stadsbestuur van de stad Groningen het besluit genomen om de bezittingen van het klooster te verdelen in 7 erven. Van deze erven werden er 6 bij openbare uitmijning in erfpacht uitgegeven.Op de 6e erve mocht men volgens de erfpacht overeenkomst, 14 ossen, 4 oude en 2 jonge paarden en 30 jonge dieren weiden, achter het schot. Hier heeft de boerderij dan ook zijn naam aan te danken.
De balken in het woonhuisgedeelte van de boerderij komen uit het klooster. In 1933 is de stal van de boerderij afgebrand, deze is in dat zelfde jaar weer opgebouwd.